Geef beter geen commentaar op het commentaar van iemand anders…
U kent dat wel: een journalist die jou vraagt om een reactie te geven op het commentaar van iemand anders. Daar moet je geweldig voor oppassen. Want voor je het weet, zit je in een ongewenste interviewsituatie waar je niet meer zo gemakkelijk uitkomt.
Twee voorbeelden:
Greenpeace zegt dat uw bedrijf een loopje neemt met het milieu. Wat vindt u van die uitspraak van Greenpeace? Als je zegt dat je het niet eens bent met Greenpeace dan is de volende vraag geheid: vindt u dan dat Greenpeace overdrijft? En weer zit je in de verdediging.
Of
Ook uw buurlanden zijn van mening dat uw asielbeleid middeleeuws is?
Zowel in het geval van Greenpeace als bij deze vraag, vraagt de journalist jou om voor iemand anders te spreken. Maar u bent geen woordvoerder van Greenpeace of van uw buurlanden. Nee, u bent woordvoerder van uw eigen organisatie.
Ga daar dus niet in mee. Zeker als u niet eens zeker bent of het wel klopt wat de journalist in zijn vraagstelling suggereert.
Hoe dan wel?
Begin in dergelijke gevallen je antwoord dan als volgt: ik kan natuurlijk niet voor Greenpeace spreken… of ik herken dat niet… of als u de vraag nog wat sterker wilt afstoppen: die mening is voor rekening van onze buurlanden.
Door er vervolgens uw eigen boodschap aan toe te voegen: “Ik kan alleen voor ons eigen bedrijf of voor ons eigen land spreken en dat is dat we door ons asielbeleid juist een situatie hebben geschapen waar andere landen een voorbeeld aan kunnen nemen.
Of in het geval van Greenpeace: ik kan niet namens Greenpeace spreken. Ik kan u wel zeggen dat wij als bedrijf het voorbije jaar maatregel x, y en z gedaan hebben op vlak van duurzaamheid. Ook vertel ik u graag welke milieumaatregelen er de komende jaren nog in de pijplijn zitten.
Blijf m.a.w. op je eigen speelhelft: sluit je goaltje door te zeggen dat je alleen namens jezelf kunt spreken om vervolgens te scoren door te zeggen wat je zelf doet of vindt…
Zo laat jij je niet in de verdediging drukken en blijf je baas over je eigen verhaal!
Hoe ga je om met vraagvalkuilen, zoals gesloten vragen?
Weet jij wat je moet zeggen als een journalist jou vraagt: is het uw schuld of de schuld van de vakbonden dat u de helft van uw personeel moet ontslaan?
Welke antwoordkeuze jij ook maakt, het resultaat zal killing zijn voor het verdere verloop van het interview.
Vraagvalkuilen: Journalisten die u voor onmogelijke keuzes stellen
Als je bijvoorbeeld zegt: het is de schuld van de vakbond dan heb je die club meteen de oorlog verklaard. Het zal bovendien een dikke bom leggen op jullie relatie. Nog maar te zwijgen over spontane stakingsacties…
Als je zegt dat het uw eigen schuld is, dan trek je ook een vat onwelgevallige vragen open zoals: “Is er sprake van slecht management geweest?”
Maar wat moet je dan zeggen? Je kan toch moeilijk Geen Commentaar roepen want dat komt helemaal defensief over?
De truc is dan eigenlijk om wat los te komen van de vraagstelling. Temeer daar die vraag niet met een eenvoudige ‘finger pointing’ naar de vakbond of naar jezelf te beantwoorden is.
En waarom zou je dat bijvoorbeeld niet gewoon zeggen? Bijvoorbeeld: “ik begrijp uw vraag, maar was het antwoord maar zo eenvoudig. Ik zal u uitleggen waarom. Zo hebben we te maken met een mondiale markt die…. etc. etc. En zo ben je weer bij een van de elementen van je centrale boodschap(pen) die je naar voren wilde brengen.
De moraal van het verhaal is dus: laat je niet dwingen in een keuze waarvan je op voorhand weet dat die voor jou verliesgevend is.
Maar dan is het wel zaak dat je dit soort vraagvalkuilen herkent en er vervolgens voor zorgt dat je daar niet meer in tuimelt.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Zelfs ervaren politici zie je zo nu en dan nog altijd in zo’n vraagkuil vallen. Daarom moet je blijven oefenen en oefenen.
Net na een mediatraining zul je scherp genoeg staan om die vraagvalkuilen te herkennen. Maar mediatraining is in de eerste plaats een vaardigheidstraining.
Net als bij het sporten gaan je prestaties achteruit als je ophoudt met trainen. En laten we ook praktisch blijven: je kan niet iedere dag een mediatraining volgen.
Maar wat je wel kan doen is vaak luisteren naar interviews op de radio en tv. Als je bijvoorbeeld in je auto zit.
Vraag je op die momenten dan ook voortdurend af: hoe komt het dat die man of vrouw zichzelf zo in de nesten werkt. Of waarom blijft die persoon op toch een heel empathische manier baas over zijn of haar verhaal?
Zo onderhoudt jij ook uw mediatrainingvaardigheden.
Moet je altijd JA zeggen tegen een interview-verzoek?
Het bedrijf wenste niet op camera te reageren, hoor je vaak in kritische nieuws-shows zoals consumentenprogramma’s als Radar. Intussen wordt door de presentator van het bedrijf gehakt gemaakt.
Op veel sympathie kan de directie vaak niet rekenen als het onvoldoende lef heeft om zijn kant van het verhaal te komen belichten.
Dat brengt de vraag naar voren of je altijd interview-verzoeken van journalisten moet honoreren?
Veel journalisten zullen het daar hardgrondig mee eens zijn. Als u maar weet dat jij dat gelukkig nog altijd zelf kan bepalen.
In de meeste gevallen is het aan te raden om mee te werken aan interview-verzoeken. Het is de kans bij uitstek om jouw kant van het verhaal te vertellen. Er zijn ook gevallen denkbaar om beter van medewerking af te zien. Maar dat is NIET hetzelfde als zeggen: GEEN COMMENTAAR.
Situaties waarin je beter een low profile aanneemt, zijn bijvoorbeeld onderwerpen die niet alleen uw bedrijf, maar ook de hele bedrijfstak aangaan. Met ontdekt bijvoorbeeld dat een bepaalde stof kankerverwekkend is, maar u bent een van de vele bedrijven die deze stof produceert. Als u dan het voortouw in de media gaat nemen dan zullen uw collega-bedrijven u daarvoor heel dankbaar zijn. U haalt dan namelijk ook voor hen de kastanjes uit het vuur als u ’s-avonds in Nieuwsuur daarover geroosterd wordt.
Het gaat om UW imagobelangen
Een andere situatie is als aan je uitspraken zware juridische consequenties verbonden kunnen worden. Dan is het zaak dat ieder woordje zorgvuldig op een gouden weegschaal gewikt en gewogen wordt. In die gevallen maak je dan beter een persstatement die zorgvuldig juridisch is gecheckt in plaats van mee te werken aan een interview. Journalisten zullen dat niet altijd even leuk vinden. Ze willen een ’talking head’ op tv. Maar het is niet omdat zij een talking head willen dat u die beschikbaar moet stellen? Het gaat in die gevallen om UW imagobelangen en dan is het jammer maar helaas voor de journalist…
De Schuldvraag wordt bijna altijd gesteld
Ook bij complexe situaties waar nog niet helemaal duidelijk is bij wie de schuldvraag ligt, is het beter om niet op camera te reageren. Want die schuldvraag, wordt zeker in het calvinistische Nederland altijd gesteld. Denk bijvoorbeeld aan in China geproduceerde medicijnen die daar mogelijk vervuild zijn met kankerverwekkende stoffen. Wie had dit moeten controleren? Wie is verantwoordelijk? Welke maatregelen moeten worden genomen en door wie? Terwijl het Chinese bedrijf de kaken stevig op elkaar houdt, moet je ook hier uitkijken dat je de issue niet naar je toetrekt.
Geen Commentaar?
Maar moet je dan roepen dat je geen commentaar geeft? Nee, natuurlijk niet! Maar je kunt vaak wel al heel goed wegkomen door je te beperken tot een korte schriftelijke verklaring. Hierin leg je uit dat je de situatie heel serieus neemt, dat je een diepgaand onderzoek gaat instellen en dat je met nadere informatie komt, zodra je dit onderzoek hebt afgerond.
Sommige mensen hebben altijd wat te kankeren. Volgens sommige mediatrainers en communicatiespecialisten heeft koning Willem-Alexander een goede mediatraining gehad, maar toch had zijn mediaoptreden tijdens het interview met Wilfried de Jong naar aanleiding van zijn vijftigste verjaardag beter gekund. Als mediatrainer met bijna dertig jaar op de teller, vind ik dit de reinste onzin. Zowel op de inhoud als in de relatie scoorde de koning naar mijn stellige mening uitstekend.
Mechanische media-analyse
The King heeft zichzelf overtroffen. Ik heb het dan niet over pop-icoon Elvis Presley, die met deze ‘nickname’ door het leven ging, maar over onze eigen koning Willem Alexander. Toch moest ik een diepe zucht slaken toen ik deze toch wel erg mechanische media-analyse van het optreden van de koning op de website van Communicatie-online las.
Mediatraining is ook sterke punten uitvergroten
Ik geef, zoals gezegd, al dertig jaar mediatraining, presentatie- en debattechniek aan het bedrijfsleven, de politiek en overheid. Als ik een ding geleerd heb dan is het wel dat je bij mediatraining altijd moet vertrekken vanuit de sterke kanten en karaktereigenschappen die iedere persoon nu eenmaal heeft. Is iemand gedreven, spontaan en spreekt hij daardoor wat gehaast, probeer hem dan geen overdreven rustige stijl aan te leren. Misschien zal hij dat even volhouden, maar snel zal hij weer in zijn eigen patroon vervallen.
Maak met mediatraining geen eenheidsworst van je deelnemer
Daarom moet je als trainer mensen nooit in een presentatiekeurslijf proberen te dwingen, zoals het in de boekjes beschreven staat. Veel trainers doen dat helaas wel Ze kneden hun deelnemers hierdoor naar de eenheidsworst van een bepaald sjabloon. Zo werkt het eenvoudigweg niet.
Maar eerst nog even terug naar het interview met de koning. Ook mij was het opgevallen dat op het moment dat Wilfried de Jong doorvroeg Willem-Alexander toch een beetje ongemakkelijk werd. Toen de vorst aan de druk van de vraag probeerde te ontsnappen door te zeggen dat hij niet graag over zichzelf sprak, zag je ook in de bodylanguage die ongemakkelijkheid duidelijk bij de koning terug. Maar is dat erg? Ik vind dat absoluut niet! Sterker nog: dat is ‘only natural’.Het is als de pukkel in het gezicht van Marlene Monroe. Op het eerste gezicht hoorde die moedervlek daar niet, maar uiteindelijk maakte die oneffenheid, haar juist mooi.
Maak van je klanten geen grijze muizen
Daarom heb ik de volgende boodschap aan al die mensen die zich met mediatraining, presentatietraining of welke andere communicatietrainingen bezig houden. Als je mensen beter leert presenteren en je bent goed in je vak, volg dan vooral je eigen ‘gut feeling’. Kijk niet of hij/zij zijn stem of inhoudelijk zijn verhaal helemaal volgens het boekje opbouwt. Want voor je het weet, maak je op die manier van je klanten grijze muizen, ofwel een soort voorgekauwde eenheidsworst.
Nee, de uitdaging is om je klanten zo geloofwaardig, betrokken en dus vooral authentiek te laten overkomen. Wat het interview met Willem-Alexander zo goed maakte was juist dat dit precies het geval was. Hij speelde geen toneel! Hij was echt. Uiteindelijk gaat het om authenticiteit!
Wilt u meer blogs lezen over mediatraining en hoe je goed overkomt in de media, abonneer u dan op onze blogposts