Reputatieschade door de media

Reputatieschade door de media

Als mediatrainer heb ik regelmatig met klanten te maken die gewild of ongewild met de nieuwsmedia in contact treden. Zowel als er positief, als negatief nieuws te melden is. Tijdens mediatraining wijs ik ze dan vaak op een aantal afspraken die zij met journalisten kunnen maken. (zie ook do’s & dont’s op www.mediatrainingbenelux.nl/). Door deze praktische tips toe te passen kunnen ze vaak een hoop reputatieschade door de media voorkomen.

Crisissituatie-crisiscommunicatie

Reputatieschade, al dan niet terecht, is iets wat mensen tot in lengte van dagen blijft achtervolgen en daarom zouden media hun kwaliteitscriteria best mogen aanscherpen.

Toch gaat het zeker bij crisissituaties dikwijls fout met de berichtgeving. Onder de druk van de deadline en de angst dat een ander medium met de primeur gaat lopen, worden feiten niet of onvoldoende door journalisten gecheckt.

Nu is een primeur het zout in de pap voor iedere journalist, maar als daar tegenover staat dat mensen en/of bedrijven hierdoor zware (reputatie)schade kunnen oplopen, doordat de feiten onvoldoende gecheckt zijn, dan hebben journalisten een loodzware verantwoordelijkheid.

De krant is tenslotte ook een product dat verkocht moet worden

Onder de eerdergenoemde druk van de deadline, de angst van het verliezen van de primeur, maar ook omdat commerciële belangen een rol spelen – de krant is tenslotte een product dat iedere dag weer verkocht moet worden – springen journalisten daar regelmatig te lichtzinnig mee om. Zo herinner ik mij een situatie waarin een man verdacht werd van pedofilie, maar in plaats van te wachten totdat dit onomstotelijk bewezen was, besloot de hoofdredacteur toch tot publicatie over te gaan. Achteraf bleek de man volledig vrijuit te gaan, maar de reputatieschade die deze vermeende pedofiel  hierbij opliep was onherstelbaar.

Actueler is de zaak rond Jelle Brandt-Cortius, die zegt dat hij in het kader van #METOO gedrogeerd en daarna seksueel zou zijn misbruikt door Gijs van Dam. De uitspraak van de Raad voor de Journalistiek zegt dat de krant Trouw te ver ging door dit als een vaststaand feit te presenteren. Temeer daar Gijs van Dam alles ontkent. Trouw had terughoudender moeten zijn, oordeelt de Raad.
Trouwens, wat vooral merkwaardig is aan de zaak Brandt-Cortius versus Van Dam, is dat het OM na ruim een halfjaar nog altijd niet besloten heeft om tot vervolging over te gaan na de aangifte door Van Dam wegens smaad. Maar wat ook de uitkomst voor Van Dam zal zijn, de reputatieschade is geschied en die vlek zal hem zowel bij schuld als onschuld z’n leven lang achtervolgen.

Openheid over kwaliteitscriteria

In tijden van fake news is het misschien wel handig dat burgers die door de media zijn benadeeld een versterking krijgen van hun rechtspositie. Bijvoorbeeld door bij de aanbieders van nieuws, de media,  hun mogelijk opgelopen reputatie- of inkomensschade te verhalen.
Zo zouden de media kunnen beginnen om wat meer openheid te geven over hun kwaliteitscriteria. Denk concreet aan een soort code of conduct van media dat alle feiten twee keer gecheckt worden?

Waarom niet eigenlijk? Wat in het bedrijfsleven al jarenlang geldt: het hebben van duidelijke kwaliteitsnormen waarop men afgetoetst kan worden, zou natuurlijk ook moeten gelden voor de media. Om te beginnen voor de zogenaamde kwaliteitsmedia…

Over de auteur

Evert van Wijk woonde en werkte de voorbije 30 jaar afwisselend in Vlaanderen en Nederland. Hij is crisiscommunicatieadviseur,  mediatrainer en auteur van verschillende boeken over mediatraining en debattechniek (https://www.mediatrainingbenelux.nl ). Ook schrijft hij boeken over cultuurverschillen tussen België en Nederland (https://cultuurverschillenbelgienederland.nl )

Mediatraining voor voetballers, moet dat nou?

Mediatraining voor voetballers, moet dat nou?

Waarom mediatraining voor voetballers belangrijk is

Mediatraining voor professionele voetballers, moet dan nou? Zou je niet beter van die lui afblijven? Want met mediatraining voor voetballers en andere topsporters breng je alle spontaniteit om zeep, hoor ik vaak beweren. Maar de professionaliteit van een voetballer of andere topsporters beperkt zich niet tot het veld. Ook voor en na de wedstrijd, zorg je er als professionele sporter maar beter voor dat je voorbereid bent. En vooral, hoe je omgaat met teleurstelling als het tegenzit…
Jonge gedreven voetballertjes.Mediatraining voor voetballers is belangrijk want ook buiten het veld komen ze beter professioneel over
Toen ik bijna 30 jaar geleden als zelfstandig mediatrainer begon, had ik vooral opdrachtgevers uit mediagevoelige sectoren. Je moet dan denken aan de chemie- en energiesector. Werkte je destijds bij een Amerikaanse chemische multinational dan had je in de ogen van de media al drie keer gevloekt. Niet alleen het woord Chemie, maar ook Amerikaans en Multinational waren in die tijd scheldwoorden bij vooral het linkse journaille.

Reorganisatie is een frame voor massaontslag

Maar niet alleen de chemie, ook andere sectoren waren regelmatig de pineut als het om kritische media-aandacht ging. Denk aan energiebedrijven, met name die kernenergiecentrales uitbaatten, de voedingssector in verband met recalls en grote industrieën waar ook toen al door de hoge loonkosten vaak de ene reorganisatie op de andere volgde. En het woord reorganisatie is eigenlijk niks meer dan een mooi woord, of frame zoals we vandaag zeggen, voor massa-ontslag, dus mediageniek.

Mediatraining komt vandaag de dag in alle sectoren voor

Vandaag de dag kun je het zo gek niet noemen of ik heb er mediatraining gegeven. Variërend van toppolitici tot linksarmige honkbal-pitchers wat een extra moeilijkheidsgraad is en daarom in deze tak van sport extra media-aandacht genereert. Zangers, die heel mooi kunnen zingen, maar compleet dichtslaan als ze een ‘mike’ onder hun neus krijgen. Springruiters en wielrenners in verband met verboden stimulerende middelen. En ja, vorige week ook weer eens een voetbalinternational. Niet alleen om hem te behoeden voor ongelukkige uitspraken waar de club of de sponsors niet vrolijk van worden. Want voor topvoetballers is het ook belangrijk om tijdens hun relatief korte carrière maximaal de media te gebruiken om hun marktwaarde buiten het voetbal om te verhogen. Niet iedere topvoetballer zal aan het eind van zijn carrière immers trainer worden. En de tijd dat een topvoetballer aan het eind van zijn carrière een sigarenzaak of café begon ligt ook al lang achter ons.
 Linkshandige pitchers zijn zeldzamer en trekken media-aandacht. Daarom krijgen ze vaak mediatraining

Mediatraining is een vak…

Echte topvoetballers laten vandaag de dag wat hun eigen reputatiemanagement betreft niets meer aan het toeval over. Ze huren gespecialiseerde sportmarketing- en pr-bureaus in die zich bezighouden met het ‘branden’ van topsporters. Zij vertrekken vanuit een vastomlijnde strategie om van een bekende topvoetballer een stevig merk te maken. Een merk dat vervolgens aan een bepaald kleding-, parfum- of automerk wordt gekoppeld. Ze pluggen vervolgens deze topsporters om op te treden in talkshows waar ze bijvoorbeeld  praten over hun betrokkenheid bij een goed doel, maar zijdelings wel hun voorgenomen boodschap naar voren brengen. Voor ze echter in de media worden ‘losgelaten’ geven ze hun clienten mediatraining. Meestal doen ze, of kunnen ze, dit niet zelf. Daarvoor doen ze een beroep op professionele mediatrainers. Mediatraining is tenslotte een vak, ons vak…

Dankzij mediatraining zijn ze boodschapvast

Op die wijze helpt mediatraining topsporters hoe ze in functie van hun communicatiestrategie boodschapvast blijven. Hoe ze leren omgaan met eventuele vraagvalkuilen. Maar vooral leren ze om sympathiek te worden gevonden. Zo bouwen voetbalinternationals en andere topsporters buiten de groene grasmat om aan hun imago en zorgen ze ervoor dat ze qua business alles uit hun korte sportcarrière halen.

Mediatraining helpt, maar wanneer is het tijd voor een fresh up?

Mediatraining en Sean Spicer

Mediatraining helpt, maar zelfs bij een regelmatige fresh up biedt het geen garanties, zoals Sean Spicer onlangs liet zien.

 

Zelfs de meest door en door getrainde woordvoerders kunnen zich wel herinneren ooit een bok te hebben geschoten. Zolang die niet ter grootte van een olifant is, word je die snel vergeven. Maar aan alles zijn grenzen, zou je toch denken. Tenzij je Sean Spicer heet en woordvoerder van president Trump bent en durft uit te kramen dat zelfs Hitler geen gifgas inzette tegen zijn eigen volk toen er aanwijzingen waren dat Assad mogelijk opnieuw gifgas had gebruikt tegen rebelse landgenoten. Als je zo de plank misslaat dan is iedere bijkomende mediatraining als mosterd na de maaltijd. Of zoals de Amerikanen zeggen: dan mag je veronderstellen dat je ‘Dead Meat’ bent.

Tot voor kort was er in mijn perceptie slechts één woordvoerder op mijn netvlies die alle geloofwaardigheid kwijt was. Dat was Mohammed Saeed al-Sahhaf ,woordvoerder van wijlen Saddam Hoesein van Irak ten tijde van de Golfoorlog. Hij is beter bekend onder zijn bijnaam: Comical Ali. Dat kwam omdat hij tegen beter weten in bleef volhouden dat er geen Amerikanen in Bagdad waren. Dit terwijl door de luchtverplaatsing van de nabije Amerikaans kanonschoten het doek van de green key waarvoor hij stond te presenteren vervaarlijk heen en weer wapperde. Maar och, dat hoorde erbij. Iedereen wist dat deze man intussen niks meer was dan een karikatuur van zichzelf en het regime dat hij vertegenwoordigde. Of doorgedreven mediatraining daarin verandering had gebracht, valt ernstig te betwijfelen. Immers wat krom is kun je niet recht praten, zelfs niet met de beste mediatraining ter wereld.

Vergelijkingen zijn vaak dodelijk tijdens mediaoptreden

Een figuur als Sean Spicer heeft ongetwijfeld ook heel wat mediatraining gehad. Maar zoals hij heeft laten zien, moet je als woordvoerder toch over meer talenten beschikken. Zo moet je toch ook een zeker historisch besef hebben. Hoe kun je anders uitkramen dat zelfs Hitler geen gifgas gebruikte tegen zijn eigen volk. Alsof de miljoenen vergaste joden nooit een deel zouden hebben uitgemaakt van het Duitse volk? Los daarvan weet iedere doorgewinterde woordvoerder dat vergelijkingen sowieso vaak bijzonder onhandig, zo niet dodelijk zijn tijdens een mediaoptreden.

Dat vergelijkingen zelfs vaak dodelijk zijn, stel ik bijna bij iedere mediatraining weer vast. Een paar voorbeelden:
– Is die stof giftig? antw: maar zout is ook giftig…
– Is het wonen in de nabijheid van uw fabriek gevaarlijk? antw: maar autorijden vinden we toch ook een aanvaardbaar risico?…
– Is kernenergie gevaarlijk? Antw: maar mensen die onder de zeespiegel wonen weten toch ook niet of de dijken stand houden tijdens een superstorm?

Als ik dan als mediatrainer vraag: dus omdat zout giftig is, geeft u dit dan het recht om deze stof in het milieu te brengen

omdat u vindt dat autorijden een aanvaardbaar risico is, vindt u dan ook dat u de omwonenden daarom ongevraagd kunt blootstellen aan risico’s van uw fabriek?
of

omdat de mensen die onder de zeespiegel wonen zich in feite in een gevaarlijke situatie bevinden, vindt u dan dat u door het uitbaten van een kerncentrale dit ook mag doen?

Tja, dan voelt u ook wel aan dat vergelijkingen hoogstzelden handig zijn.

Felix Meurders had geen omgekeerde mediatraining gehad

Toen ik vroeger net als perswoordvoerder was aangesteld heb ik het vaak genoeg moeten horen. ‘Waarom heb je dat toen niet geantwoord toen die journalist je die vraag stelde?’,  Hoorde ik mijn management dan vaak roepen.
Net als die keer toen Felix Meurders, ja dezelfde Felix die vandaag nog altijd medepresentator van Spijkers met Koppen is, mij ooit eens vroeg of het ontsnapte gas giftig was? Maar gelukkig had ik mediatraining gehad. ‘Als u met uw vraag bedoelt, of er gevaar is voor mens of milieu dan is daar volgens de metingen van de brandweer momenteel geen enkele aanwijzing voor’ , antwoordde ik keurig. Gelukkig had Felix in die tijd nog geen omgekeerde mediatraining gehad. Anders had hij zich met dit antwoord niet met een kluitje in het riet laten sturen.

Intussen zijn de tijden veranderd. Stel dat Felix Meurders had volhard in zijn vraag of die stof nu wel of niet giftig was? Weet u dan wat u had moeten zeggen? Zo niet of als u twijfelt, dan wordt het wellicht ook voor u weer tijd voor een mediatraining of een stevige fresh up…

Wilders vs Nieuwsuur is leuk filmpje voor mediatraining

Vandaag heb ik tijdens een mediatraining dit opmerkelijke filmpje laten zien. Hierin droogt Geert Wilders op uiterst onconventionele wijze een journalist van Nieuwsuur af die met een zogenaamde psychologische vraag hem erin wilde luizen. Maar als je zo door de wol geverfd bent als Wilders, moet je natuurlijk van betere huize komen. Toch ben ik van mening dat Wilders hier een paar kansen heeft laten liggen.

Wilders heeft zich ongetwijfeld laten inspireren door wijlen Pim Fortuyn. Toen hij ooit eens een onwelgevallige vraag kreeg van Wouke van Scherrenburg antwoordde hij: “mevrouw, ga toch lekker naar huis, koken, veel beter’. Iedere andere politicus die dat durfde te zeggen zou ogenblikkelijk worden uitgemaakt voor vrouwonvriendelijk. Maar Fortuyn kwam hier mee weg, want het paste helemaal bij zijn stijl.

Fortuyn had een positievere basishouding

Net als Fortuyn heeft ook Wilders een eigen stijl en die stijl moet je als politicus koesteren, zeg ik altijd tijdens mediatraining. Door die stijl vinden veel kijkers het acceptabel dat hij zo’n Nieuwsuur reporter op deze wijze bejegend. Maar in tegenstelling tot Fortuyn hoor ik bij Wilders vaak zo’n Calimero-achtig toontje alsof hij weer onheus wordt behandeld. Ook komt hij vaak wat bozig over. Dat gevoel had ik bij Fortuyn niet. Die had een basishouding die een stuk positiever was.

 

Doe niet te ‘grumpy’ als het niet echt nodig is

Nu communiceer je niet alleen op inhoud, maar ook in toon. Als ik Wilders een ongevraagd advies zou mogen geven, zou ik tegen hem zeggen: ‘Geert, je mag van mij best die journalist stevig inwrijven dat hij een onzinnige vraag stelt, maar doe wat minder alsof jij je op je pik getrapt voelt’. Natuurlijk, het is deel van je stijl, maar overdrijf niet. zorg dat je niet te ‘grumpy’ overkomt. Daarom zeg ik tijdens mediatraining altijd: zorg dat de mensen je aardig vinden. Ook al zullen ongetwijfeld veel mensen gesmuld hebben van je mediaoptreden. Daarom hier wat alternatieve antwoordsuggesties:

Alternatieve antwoordsuggesties

Vraag van Nieuwsuur: Hoe zouden mensen zich voelen die op luchthavens worden opgesloten omdat ze uit een bepaald land komen?
Alternatief antwoord van Wilders: u geeft met uw vraag een verkeerde voorstelling van zaken. De feiten zijn dat mensen niet worden gevangen gezet op luchthavens, maar dat ze door de versterkte screeningsmaatregelen van Trump voorlopig niet verder kunnen reizen. Als wij dat hier in EU ook gedaan hadden, zoals we als PVV al jaren bepleiten, hadden hier heel wat leed voorkomen kunnen worden als gevolg van moslimterreur.
Vraag van Nieuwsuur: maar hoe voelt het dat er in Amerika kinderen met hun ouders vastzitten op luchthavens en hun land niet meer in kunnen?
Alternatief antwoord van Wilders: u vraagt me nu om te reageren op iets wat het gevolg is van het beleid van Trump, maar zolang ik geen president ben van de US noch zijn woordvoerder ben, is dit een totaal onzinnige vraag. Wat ik u wel kan zeggen is dat wij als PVV vinden dat het nu eindelijk eens gedaan is hier in EU en NL dat gevaarlijke sujetten uit moslimlanden zomaar ons land in kunnen reizen. Dan waren er wellicht heel wat minder bloedige aanslagen hier in Europa geweest.

Mediatraining is natuurlijk niet meer aan Geert Wilders besteed. Sterker nog, ik denk dat ik als mediatrainer meer van hem kan leren dan omgekeerd. Maar wat ik wel vind is dat journalisten als die van Nieuwsuur eens moeten ophouden met het slimste jongetje van de klas te spelen en voortaan gewoon weer relevante vragen gaan stellen. Zoals: ‘wat vindt u van de maatregel van Trump om de inreisvisa naar de VS vanuit zeven moslimlanden voorlopig in te trekken? Misschien dat sommige journalisten daarom beter eens een omgekeerde mediatraining zouden volgen…

(noot: dit blogje gaat in de eerste plaats over do’s & don’ts tijdens mediatraining en staat dus geheel los van mijn persoonlijke politieke voorkeuren) 

 

Omgaan met de pers leer je toch ook niet alleen uit een boekje?

Omgaan met de pers leer je toch ook niet alleen uit een boekje?

boek over mediatraining door Evert van WijkPiano spelen leer je niet alleen uit een boekje

Oefenen, oefenen en nog eens oefenen is de beste manier om het goed onder de knie te krijgen.
Hetzelfde geldt ook voor succesvol optreden in de media. Om dit goed onder de knie te krijgen, volgen veel mensen een mediatraining. Maar als je er toevallig geen tijd en geld voor hebt dan kun je er ook een goed boek over lezen, zoals bijvoorbeeld Mediagenie(k). Ook raad ik je dan aan om in combinatie met de aangereikte kennis kritisch te luisteren en te kijken naar media-interviews. Je zult dan toch heel wat tips aangereikt krijgen over hoe het moet en natuurlijk ook niet moet… Het is natuurlijk geen mediatraining, maar ik ben er zeker van dat je er toch erg mee geholpen zult zijn. Veel leesplezier!